Home / Joods Leven / Het Joodse jaar / Chanoeka
Op Chanoeka herdenken wij de wonderbaarlijke overwinning van de Maccabeeën op de Syrische legers. Toen het Joodse volk de Tempel in Jeruzalem heroverde, vond men een klein kruikje waarin net genoeg olie zat om de zevenarmige Tempelmenora één dag te laten branden. Maar op wonderbaarlijke wijze bleef de menora acht dagen lang branden. Om dit wonder én het wonder van de militaire overwinning van weinigen op velen te herdenken, steken wij acht dagen lang lichtjes in een speciale Chanoeka-kandelaar aan en eten we traditionele, in olie gebakken gerechten zoals latkes en soefganiejot.
Op de eerste avond Chanoeka steken wij één lichtje aan; elke avond daarna steeds eentje meer totdat op de laatste avond alle acht lichtjes branden. De kaarsjes worden van rechts naar links in de chanoekia geplaatst en van links naar rechts aangestoken; te beginnen dus met de nieuwe kaars. We gebruiken olijfolie of kaarsen. Er moet voldoende olie zijn of de kaarsen moeten lang genoeg zijn om tot een half uur na het vallen van de nacht te branden. Om de lichtjes aan te steken gebruiken we een sjammasj (hulpkaars) die in een speciale houder op of bij de chanoekia wordt geplaatst. Na het aansteken van de lichtjes wordt het gebed Haneerot Halaloe gezegd en het prachtige lied Ma’oz Tsoer gezongen.
Wij steken de chanoekia ’s avonds aan, wanneer het licht ervan het meest zichtbaar is; behalve op vrijdag, dan steken wij de lichten vóór sjabbat (zonsondergang) aan. De chanoekia wordt voor het raam of bij de deuropening gezet, zodat voorbijgangers het licht kunnen zien.
Dit heerlijke feest van licht is een echt familiefeest. Om de kinderen hier nog meer bij te betrekken krijgen zij Chanoeka-geld en/of cadeautjes.
Copyright © 2024. All rights reserved.